Inbreken in het huis van een blinde om een paar honderdduizend dollar te stelen; klinkt als een makkelijke klus. Maar het is alles behalve makkelijk. Ik zag deze week Don’t Breathe in de bioscoop en heb me goed vermaakt.
Drie vrienden breken regelmatig in bij rijke mensen, maar ze willen één laatste, grote inbraak doen om veel geld binnen te harken. Dat willen we allemaal toch? Het doelwit is het huis van een blinde oorlogsveteraan. De vrienden breken in, maar al gauw gaat het compleet mis en kunnen ze het huis niet meer verlaten..
Don’t breathe is geen fanatstisch goede film, maar het levert wel een prima filmavondje op met genoeg schrikmomenten. En laten we eerlijk zijn; daarvoor kijk je zo’n film toch? Je weet dat de acteurs in die film geen Oscarnominaties gaan binnenslepen, maar dat maakt niet uit. Je wil rauwheid zien, je wil opspringen uit je stoel omdat je je de tyfusschrikt. Als je dat wil, en niet meer dan dat, dan zit je met Don’t Breathe wel goed.
Nog even over de acteurs. Die blinde man wordt gespeeld door Stephan Lang. Wie? Precies, het is geen super bekende acteur. Hij speelde in Avatar en in Public Enemies, met Jack Sparrow, maar verder ken ik hem niet echt. En dat is zonde, want die kerel heeft wel goede uitstraling. Ik vond hem het beste onderdeel van deze film. Een blinde dude die toch niet zo hulpeloos blijkt te zijn. Wederom; geen hoogstaand acteerwerk, maar wel lekker en vermakelijk. Precies zoals je verwacht van een film als Don’t Breathe.
⭐⭐⭐